Watchmen is een rolprent waar veel filmliefhebbers decennia naar hebben uitgekeken. Het verhaal van Watchmen is in de Verenigde Staten artistiek en politiek zwaar beladen en werd in principe onverfilmbaar geacht. Het resultaat valt wat mij betreft niet tegen.
Amerikanen hebben een superhelden-complex. Hun moederland is de afgelopen 100 jaar zo machtig geworden dat het zichzelf steeds vaker boven de internationale rechtsorde plaatst. Zo weigert de Verenigde Staten het Internationale Strafhof in Den Haag te erkennen. Daarbij voorziet de Amerikaanse wetgeving expliciet in een mogelijkheid om Amerikanen die door dat Strafhof worden berecht met militair geweld te bevrijden. Dat betekent dat de Amerikanen bereid zijn om Nederland te bezetten als er een paar Amerikaanse boeven in de Scheveningse gevangenis zitten. Tamelijk ironisch, gezien de Amerikanen ons juist van de vorige bezetter hebben bevrijd.
Maar terug naar de superhelden. De Amerikaanse grootheidswaanzin – Er deugt ook een heleboel aan Amerikanen, maar het is voor dit artikel aardiger als ik een beetje op ze mopper – wordt weerspiegeld in de beeldliteratuur. Daar waar wij in Nederland Olivier Bommel en Suske en Wiske (overigens een Vlaamse uitvinding) al behoorlijk spannend vinden, lezen Amerikanen graag ‘comics’, stripboeken veelal bevolkt door gemaskerde binken die beschikken over bovenmenselijke krachten. De superheldencultuur is volledig aan Nederland (en grote delen van de rest van de wereld) voorbij gegaan. Ziet u het al voor u? Een gemaskerde bink met een rood-wit-blauwe cape die zich Captain Bloemkool noemt en met zijn spruitjeskanon het geteisem van de straat schiet?
Amerika kent echter letterlijk duizenden superhelden waarvan lieden als Superman, Batman en Hulk tot de bekendste behoren. Veel van deze superhelden zijn bedacht door de briljante striptekenaar Stan Lee. Het Amerikaanse mediabedrijf Marvel (onlangs door Disney overgenomen voor 4 miljard dollar) is wereldwijd de belangrijkste rechthebbende van superhelden. Aan het eind van de vorige eeuw vormden superhelden een weinig rendabel bezit want comics waren op sterven na dood. Totdat Hollywood, mede door het beschikbaar komen van al dan niet realistische computeranimaties, plotseling brood zag in het naar het witte doek brengen van superhelden. De rest is geschiedenis. Superhelden-films genereren tegenwoordig een miljardenomzet.
Maar goed. Dan nu toch eindelijk naar Watchmen. Want Watchmen is om een groot aantal redenen iets volstrekt anders dan de gebruikelijke superhelden-kitsch. Om te beginnen zijn de meeste superhelden in Watchmen helemaal geen superhelden. Ze beschikken namelijk in veel gevallen niet over superkrachten. Natuurlijk kan Rorschach best een aardig partijtje knokken. Maar wanneer 5 agenten bovenop hem duiken delft hij toch echt het onderspit en wordt hij door de lange arm der wet in het gevang gesmeten. Wanneer in de loop van de film het masker van Rorschach wordt verwijderd dient zich een volgende verrassing aan: Is dit nu de superman waarom de hele film draait? Is dit de held die de wereld moet behoeden van de ondergang? Dan is er wel degelijk reden tot ernstige zorg.
Wachtmen kenmerkt zich door nog veel meer buitengewoon merkwaardige fenomenen: zo zijn diverse leden van deze superhelden-clan domweg ordinaire schoften. Met name The Comedian is gewoon een vuile ploert. Dat hij op zijn oude dag berouw krijgt van zijn vroegere misdaden doet daar niet zo veel aan af. Het lukt je als kijker echt nergens om gedurende de film sympathie voor The Comedian te krijgen.
De enige echte superheld van de film is dr. Manhattan. Voorheen een nederig wetenschapper, maar vanwege een onbedoelde opsluiting in een een of ander stralingsapparaat (wel heel erg ongeloofwaardig in beeld gebracht) nu in staat om eigenhandig de planeet te vernietigen. Maar vreemd genoeg vormen die superkrachten het minst interessante aspect aan dr. Manhattan. Veel interessanter is zijn voortdurende twijfel over de juistheid van zijn keuzes. Die combinatie van enerzijds oneindige fysieke kracht en anderzijds een door ethische vraagstukken ingegeven machteloosheid creĆ«ert dilemma’s die in het verlengde liggen van de grote levensbeschouwelijke vraagstukken. Het is Rorschach die in de loop van de film Manhattan de eeuwenoude vraag voor de voeten werpt: Als je zo machtig bent, waarom sta je dan oorlog en vernietiging toe? Als de reactie van Manhattan model staat voor wat wij van God mogen verwachten ziet het er vooralsnog niet best uit voor ons.
Watchmen is misschien wel op zijn sterkst in deze gitzwarte levensbeschouwelijke kritiek. Wat Watchmen ons leert is dat wanneer je individuen bovenmenselijke kracht geeft, zij dat vermogen niet als vanzelf aanwenden om naar eer en geweten het kwaad te bestrijden. Je hoeft maar een krant open te slaan om je te realiseren dat dat een sprookje is. Neen, lieden met onevenredig veel macht gebruiken hun vermogens om zichzelf te verrijken en hun opponenten uit te schakelen. En dat er in dat proces onschuldige slachtoffers vallen is maar bijzaak.
Dat Watchmen in die moraal niet ontspoort is te danken aan de briljante regiseeur Zack Snyder. Snyder liet eerder met ‘Dawn of the Dead’ (2004) zien dat hij in staat is om eigenhandig een doodgebloed genre volledig te vernieuwen. Met ‘300’ (2006) toonde hij over een meesterlijke visie op beeldtaal te beschikken. En hoewel Watchmen zeer de moeite waard is worden de stijlmiddelen van Snyder onderhand een beetje sleets. Het zeer expliciete bloedvergieten, de vale kleuren, De plotselinge vertagingen, enzovoort, we hebben hem het allemaal eerder zien doen.
Daarbij kent Watchmen twee grote gebreken. Ten eerste is dat het schrijnende gebrek aan humor. Dat in het alternatieve universum van Watchmen de Vietnam-oorlog is gewonnen door een gelauwerde Richard Nixon, is op zich een geslaagde grap te noemen. Dat acteur Robert Wisden zichtbaar een namaak-neus opgeplakt heeft gekregen om op Nixon te lijken is dan weer onbedoeld grappig.
Ten tweede komt Watchmen helaas tot een nogal gekunstelde ontknoping. Dat die verwikkelingen zijn ontsproten aan het brein van een man die volgens de film ‘de slimste man ter wereld’ is, maakt die afloop niet geloofwaardiger. Ik denk dat een dommere jongen een beter slot-akkoord had kunnen aanslaan. Maar goed. Na 150 minuten visueel spektakel en gitzwarte levenbeschouwelijke kritiek ben je als echte filmliefhebber dik tevreden.
(3327 views)
Is mijn opmerking doorgekomen? Ik kan het niet terugzien, maar mijn commentaren bij andere topics de ik net geplaatst heb wel…
Lijkt niet goed te gaan, maar enfin, geen man overboord ;-)
Mooie recensie.
Eerwaarde en beste vriend,
Bedankt voor je reacties! Sorry dat ik de comments niet automatisch laat plaatsen. In verband met de enorme hoeveelheid spam doe ik een handmatige keuring. Anders staat mijn site vol met Viagra, Nep-Rolexen en Nigeriaanse financiƫle buitenkansjes.
Hans
Ik heb deze film diverse keren gezien en er steeds weer nieuwe dimensies in ontdekt. Het slot is wel wat bombastisch maar voor het overige prima vermaak met een paar interessante dubbele filosofische bodems. Al weer dik een jaar oud maar nog zeer de moeite waard.
Sjoerd